De cijfers beschrijven alle (primaire) energie en water welke nodig is om de materialen te maken en het beschrijft de broeikasgassen welke vrijkomen bij de materiaal productie. De materiaal productie omvat de winning van de grondstoffen, transport naar de fabriek en productie in de fabriek (i.e. cradle-to-factory-gate. De cijfers omvatten niet het transport van fabriek naar de volgende productielocatie en distributie naar consument en ook niet de stap van het gebruik, recyclen of einde levensduur. Het omvat alleen de energie, water en CO2-uitstoot van de materialen zelf.
De data is afkomstig van peer-reviewed wetenschappelijke literatuur en rapportages van materiaalproducenten waarvan de energie- en CO2-prestatie geaudit is. De data betreft de input- en output van de stappen van winning, transport en productie (deze input- output methode wordt ook wel een resource flow analyse genoemd). Per tijdseenheid, meestal een jaar, wordt gekeken hoeveel inputs (i.e. resources) nodig zijn en hoeveel materiaal wordt geproduceerd en hoeveel emissies daarbij vrijkomen. Grondstoffen, water en energie worden bijgehouden net als de vrijkomende broeikasgasemissies. Deze input en outputs worden daarna toegewezen aan de geproduceerde hoeveelheid materiaal.
In de cijfers zit opgenomen de winning van de grondstof, het transport van grondstoflocatie naar de fabriek en de productie van het materiaal. Wat niet in de cijfers zit, is transport naar de locatie waar het product gemaakt wordt, het maken van het product en distributie naar de eindklant. Wat ook niet in de cijfers zit is het materiaal wat nodig is om de machines en fabrieken te maken welke nodig zijn voor de materiaalproductie (i.e. indirect materiaalgebruik).
De cijfers zijn indicatief en de spreiding kan worden afgelezen uit drie categorieën: state-of-the-art, mean en older technology. In toevoeging hierop kennen de getallen een data kwaliteitsindicator: low, medium, high of very high. Hoe hoger de indicator, hoe lager de onzekerheid rondom het getal. De indicator kan als volgt gelezen en toegepast worden: low: groter dan 30%, medium is 30%, high is 20% en very high is 10%.
De cijfers kunnen worden gebruikt om de impact uit te rekenen van materialen die in een product zitten. Deze berekening wordt veelal een milieu-impact of eco-audit genoemd. De cijfers zijn niet bedoeld om een levenscyclusanalyse (LCA) mee te maken.
De cijfers zijn geschikt om beslissingen te informeren welke gaan over productontwerp, inkoopafweging en beleidskeuzes. Let op, aan de cijfers kunnen geen rechten worden ontleend. In andere woorden, de auteurs zijn niet verantwoordelijk voor beslissingen welke genomen worden op basis van deze cijfers.
De cijfers kunnen antwoord geven op vragen welke gaan over de omvang van het energie- en waterverbruik en de CO2-uitstoot van materialen.
Er zijn een aantal verschillen tussen de wijze waarop deze cijfers en LCA-cijfers tot stand komen:
De cijfers volgen de aanpak van de Europese Commissie richtlijn 2003/87/EC en opvolgend en is in lijn met de IPCC methode [IPCC 2006 volume 3]. Dit maakt de cijfers bruikbaar voor rapportage en monitoring op materiaalniveau. De cijfers zijn niet specifiek op fabriek- of leveranciersniveau.
Een levenscyclus is relevanter wanneer gedetailleerde milieu-impact vragen moeten worden beantwoord.
De getallen zijn representatief voor de regio Europa, In andere woorden de impact is representatief voor de Europese situatie. In een aantal gevallen is een andere regio representatief (wereld of Nederland). Waar dit zo is wordt dit vermeld.
Leg gerust contact per mail om een voorstel te doen voor een toevoeging of aanvulling. Dit juichen we van harte toe en ondersteunen we waar mogelijk.
Meer metalen, plastics en elektronica worden in de toekomst toegevoegd. Detailinformatie, materiaalkosten en rekenmodules kunnen worden gevonden via de site van Circular Engine.
De recycling content wordt apart weergegeven voor de EU. De materiaalimpact voor gerecyclede materialen wordt (in de toekomst) in een eigen kolom aangegeven.
Het productieproces is zoveel mogelijk aangegeven in de ‘type’ kolom.
State-of-the-art technology is de laatste, meest moderne stand der techniek welke commercieel wordt toegepast. Een voorbeeld is staal uit een net nieuw gebouwde staalfabriek.
De impact van energie, CO2 en water vormen alle drie grote milieu-impacts. Klimaatverandering wordt als zeer belangrijk onderwerp gezien momenteel en daarmee is informatie over energie- en CO2 zwaarwegend om op te nemen. Europeanen zien klimaatverandering als belangrijkste milieu-onderwerp volgens Eurobarometer Survey 2020. In de toekomst wordt besloten of ook toxiciteit en andere informatie (impact factoren) worden toegevoegd. Daarnaast volgt Circulaire Cijfers de Europese Commissie richtlijn 2003/87/EC, dit helpt wanneer er gerapporteerd moet worden. Ook is deze aanpak in lijn met de IPCC methode [IPCC 2006 volume 3].
De belangrijkste inschattingen welke een impact hebben op de cijfers is veelal de leeftijd van de fabriek of installatie, dit is weergegeven in aparte kolommen met de aanduiding state-of-the-art, typical en old tech.
Per datapunt zijn meerdere inputcijfers en bronnen gehanteerd, waarvan zoveel mogelijk uit peer-reviewed en industrie gepubliceerde en ge-audit getallen (i.e. welke volgens een standaard zijn opgesteld en zijn gecontroleerd door onafhankelijke partij). De meest betrouwbare, up-to-date en relevante bronnen worden zwaarder gewogen in het aangegeven basiscijfer.
De Joule wordt gebruikt voor energie. Een hoeveelheid CO2-equivalent (ook wel broeikasgas equivalenten of CO2eq) wordt gehanteerd de broeikasgas impact. Water is in liters.
De bronnen zijn opgenomen in en onder de tabel met basiscijfers. Navigeer met je muis over de materialen in de tabel om de bronnen te bekijken. Per materiaal zijn de bronnen gezamenlijk weergegeven op de wijze [organisatie en jaartal].